Favoriete gedichten

2 min read
(Auteur onbekend)

De weg van de hoop.
Diep in onszelf dragen we hoop:
als dat niet het geval is,
is er geen hoop.
Hoop is de kwaliteit van de ziel
en hangt af
van wat er in de wereld gebeurt.
Hoop is niet (te) voorspellen
of vooruit (te) zien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
voorbij de horizon verankerd.
Hoop in deze diepe krachtige betekenis
is niet het zelfde als vreugde
omdat alles goed gaat
of bereidheid je in te zetten
voor wat succes heeft.
Hoop is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet omdat het kans van slagen heeft.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme
evenmin de overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
afgezien van de afloop,
het resultaat.

(Rainer Maria Rilke (1807-1925)

WAT MIJ BEWEEGT

   Men moet de dingen
de eigen, stille, ongestoorde ontwikkeling laten,
die diep van binnen komt
en die zich door niets laat haasten of versnellen;
eerst volledig rijpen –
en daarna baren…

Rijpen als een boom,
die zijn sapstroom niet stuwt
en die rustig in de lentestormen staat,
zonder angst
dat er straks geen zomer kan komen.

Die zomer komt toch!
Maar hij komt alleen bij de geduldigen,
die leven, alsof de eeuwigheid voor hen ligt,
zo zorgeloos stil en wijds.

Men moet geduld hebben
tegen de onopgeloste zaken in ons hart
en proberen,
de vragen zelf lief te hebben,
als gesloten kamers
en als boeken,
die in een zeer vreemde taal geschreven zijn.

Het komt er op aan alles te leven.
Als je de vragen leeft,
dan leef je misschien langzaam maar zeker
zonder het te merken,
op een goede dag
het antwoord in.

Duitstalige versie

Man muss den Dingen
die eigene, stille ungestörte Entwicklung lassen,
die tief von innen kommt
und durch nichts gedrängt oder beschleunigt werden kann;
alles ist ausgetragen –
und dann geboren…

Reifen wie der Baum,
der seine Säfte nicht drängt
und getrost in den Stürmen des Frühlings steht,
ohne Angst
dass dahinter kein Sommer kommen könnte.

Er kommt…!
Aber er kommt nur zu den Geduldigen,
die da sind, als ob die Ewigkeit vor Ihnen läge,
so sorglos, still und weit.

Man muß Geduld haben
gegen das Ungelöste im Herzen
und versuchen,
die Fragen selbst lieb zu haben,
wie veschlossene Stuben
und wie Bücher, die in einer sehr fremden Sprache geschrieben sind.

Es handelt sich darum, alles zu leben.
Wenn man die Fragen lebt,
lebt man vielleicht allmählich,
ohne es zu merken,
eines fremden Tages
in die Antworten hinein.